“Het is alsof je een nieuwe wereld betreedt en alles opnieuw moet leren kennen” zeggen (niet alleen) ouders met een kind met een extra onderwijs- en ondersteuningsbehoefte die de overstap naar het voortgezet onderwijs heeft gezet. En ouders met een kind dat de overstap maakt van speciaal onderwijs naar regulier onderwijs hebben het over “een enorme overgang omdat de scholen en klassen groter zijn”.
Hieronder beschrijven we enkele belangrijke verschillen tussen het PO en VO zodat jij en je kind gemakkelijker de weg kunnen vinden in deze nieuwe wereld. Het allereerste wat opvalt is de grootte van de scholen en de klassen. Daarnaast is de visie op het kind in het voortgezet onderwijs anders dan op de basisschool. Dit heeft gevolgen voor jouw kind en de manier waarop je als ouder betrokken kunt zijn. Verder is het belangrijk om te weten dat de organisatie en financiering van de arrangementen anders is georganiseerd. Je krijgt dus te maken met andere regels en nieuwe gezichten.
Belangrijke verschillen PO - VO
Grotere scholen en klassen
Middelbare scholen hebben (vaak) meer leerlingen dan basisscholen. De gebouwen zijn groter en er zijn meer klassen in het gebouw en meer leerlingen in een klas. Voor alle leerlingen en ouders is dit wennen, maar voor kinderen die vanuit het speciaal (basis)onderwijs naar regulier voortgezet onderwijs instromen is het verschil vaak overweldigend. Voor deze groep is een zorgvuldige gewennings- en overbruggingsperiode extra belangrijk.
Meer zelfstandigheid verwacht van het kind
Een groot verschil met de basisschool is dat er in het voortgezet onderwijs steeds meer zelfstandigheid van je kind wordt verwacht. Dit betekent ook dat de interactie met de ouders zal veranderen. Op de basisschool was laagdrempelig contact en even afstemmen met de leerkracht mogelijk. Maar op de middelbare school gaat dit anders. Ouders komen meer op afstand te staan.
Onderwijs is georganiseerd rond vakken
Een ander belangrijk verschil voor jou en je kind is dat het onderwijs niet meer georganiseerd is rondom de klas, maar rondom vakgebieden. Je kind krijgt daarom te maken met verschillende docenten. Ieder met een eigen vakgebied en ook een eigen stijl van lesgeven.
Lang niet altijd een vast lokaal
Sommige middelbare scholen proberen de overstap voor de nieuwe leerlingen te verkleinen door hen in de onderbouw een vast lokaal te geven. De docenten gaan dan elke les naar een ander lokaal. Maar dit verandert vaak in de bovenbouw. Dan verplaatsen de leerlingen elke les naar een ander vaklokaal.
Mentor is het eerste aanspreekpunt
Sprak je op de basisschool direct met de leerkracht van je kind, op de middelbare school is één van de vakdocenten aangewezen als de mentor van de groep van je kind. De mentor is ook eerste aanspreekpunt voor ouders en leerlingen. Hoe de mentor kennismaakt met ouders en contact met hen onderhoudt, verschilt per school en ook per mentor.
Tijdens mentoruren maakt de mentor de leerlingen wegwijs op de school en worden studievaardigheden geoefend. Ook kunnen de leerlingen met de mentor eventuele problemen met een docent of school bespreken. Als er zorgen zijn over een leerling dan kan de mentor met hem of haar in gesprek gaan, soms wordt daarbij ook contact gezocht met de ouders. Als de mentor merkt dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft, dan komt de zorgcoördinator in beeld.
Rol van de zorgcoördinator
In het voortgezet onderwijs is de zorgcoördinator verantwoordelijk voor de extra onderwijs- en ondersteuningsbehoefte van leerlingen. De rol van de zorgcoördinator lijkt daarmee op die van de intern begeleider op de basisschool. Als je kind op de basisschool extra ondersteuning had, is aan te raden om als ouder al tijdens het schoolkeuzeproces een gesprek aan te vragen met de zorgcoördinator. Hij of zij heeft het beste beeld van wat de school jouw kind wel of niet kan bieden.
Arrangement passend onderwijs
Net als in het primair onderwijs is in het voortgezet onderwijs een samenwerkingsverband actief dat zorgt voor passend onderwijs. Er zijn echter verschillen in werkwijze. Zo is in het voortgezet onderwijs de samenwerking met scholen, de betrokkenheid van de consulenten en ook de financiering anders geregeld dan in het primair onderwijs. Wil je meer hierover meer weten, bezoek dan eens SWV Regio Zutphen
Neem de tijd voor de overstap
Kortom, als ouder betreed je met de overstap van je kind naar het voortgezet onderwijs een nieuwe wereld. Je krijgt te maken met nieuwe gezichten, andere uitgangspunten en financiële regelingen. Je kind en jij dienen daarin opnieuw de weg te gaan vinden. Begin daarom ruim op tijd en bereid je goed voor. Vraag ook naar welke mogelijkheden scholen bieden om deze overstap voor te bereiden.