Iedere basisschool heeft de opdracht alle kinderen zo goed mogelijk onderwijs te geven. Onderwijs dat bij hen past. Dat betekent dat er ruimte en aandacht is voor verschillen tussen kinderen. Het ene kind heeft extra uitleg nodig, het andere kind juist extra uitdaging. De een heeft een hoog werktempo, de ander juist niet.
Er zijn kinderen die moeite hebben met een bepaald vak, bijvoorbeeld omdat zij dyslexie hebben of rekenproblemen. Of die veel herhaling nodig hebben om de leerstof goed te kunnen begrijpen. Ook zijn er kinderen die het moeilijk vinden hun aandacht bij de les te houden. En al die verschillen komen samen in één groep.
School houdt zo goed mogelijk rekening met die verschillen. Leerkrachten weten vaak goed hoe ze daarmee om moeten gaan. Om hen daarbij te ondersteunen, heeft iedere school een intern begeleider die met de leerkrachten meedenkt over wat de beste aanpak is. Deze ondersteuning heet ‘basisondersteuning’, of als het iets verder gaat: ‘lichte ondersteuning’. De basisscholen in Nederland regelen deze vorm van ondersteuning zelf.
Hoe ziet de basisondersteuning of lichte ondersteuning eruit?
Extra hulp van de leerkracht
Als je kind extra hulp krijgt in de klas, kan de leerkracht jou als ouder uitleggen hoe hij jouw kind helpt bij de lesstof. Soms helpen onderwijsassistenten hierbij. Zij geven kinderen op afgesproken tijden in kleine groepjes extra hulp. En soms helpt een andere leerkracht je kind bij het leren.
Eigen leerlijn op school
Soms is het beter om een kind minder of andere leerstof te geven die beter aansluit. Vaak kan de intern begeleider van de school helpen met het opzetten van een ‘eigen leerlijn’. Dit betekent bijvoorbeeld dat je kind de leerstof in kleinere stapjes krijgt aangeboden en op een ander niveau dan de rest van de klas. Vaak wordt een onderwijsassistent ingezet om je kind extra uitleg te geven. De leerkracht zal je steeds kunnen uitleggen hoe het gaat met de ontwikkeltakenvan je kind. Vraag hier ook gerust zelf naar.
Extra hulp in de school
Soms kiezen scholen ervoor om onderwijsassistenten of extra leerkrachten in dienst te nemen zodat er meer mensen in de school zijn om kinderen te ondersteunen. Ook kan het zijn dat scholen een specialist inschakelen. Bijvoorbeeld op het gebied van gedrag, leesonderwijs, creatieve vakken, logopedie of hoogbegaafdheid.
Extra materialen
Scholen kunnen er ook voor kiezen om speciale materialen aan te schaffen. Denk aan materialen voor kinderen die op een andere manier of op een ander niveau leren dan de rest van de klas. De aanschaf van extra uitdagend lesmateriaal of spellen voor kinderen die anders te gemakkelijk door de leerstof heen zouden gaan. Bijvoorbeeld om een andere taal te leren, of alvast met wiskunde aan de slag te gaan. Ook kiezen scholen soms voor een lesmethode die beter aansluit bij kinderen die meer en andere uitleg nodig hebben om lesstof te kunnen begrijpen.
Hulp van jou als ouder
Je kunt met de leerkracht overleggen of het wenselijk is dat je thuis met je kind (tijdelijk) extra oefent. Denk aan thuis samen lezen, of de tafels (keersommen) te oefenen. Je kunt dit het beste met de leerkracht én met je kind bespreken.
Wat doet het samenwerkingsverband precies in de basisondersteuning en lichte ondersteuning?
Het samenwerkingsverband stelt ieder jaar een vast bedrag per kind beschikbaar aan elk schoolbestuur. Het schoolbestuur, en daarmee de school, mag dit bedrag naar eigen inzicht besteden, als het maar in het belang is van extra ondersteuning. Hoe die ondersteuning in de school is geregeld, lees je meestal in de schoolgids, het schoolondersteuningsprofiel en/of op de website van de school.
Heb je hier vragen over? Dan kun je die ook bijvoorbeeld via de medezeggenschapsraad (MR) van de school stellen. Ook kun je eens kijken op de website www.scholenopdekaart.nl. Hier is informatie te vinden over alle scholen in Nederland.
Passend onderwijs op school: extra ondersteuning
Als het de school zelf niet meer lukt om je kind ondersteuning te bieden die hij/zij nodig heeft, krijg je te maken met de afspraken die zijn gemaakt over passend onderwijs aan alle kinderen. Je kind krijgt dan extra ondersteuning op basis van die afspraken. Soms is het al duidelijk dat je kind extra ondersteuning nodig heeft voordat hij of zij naar de basisschool gaat. Soms blijkt het pas op de basisschool.
Samen met school ga je in gesprek over passende ondersteuning voor je kind. Dat doe je tijdens een ondersteuningsteam (OT). De afspraken over de ontwikkeling van je kind legt de school vast in het dossier (b.v. Kindkans) een beveiligd digitaal plan waarin jij, de leerkracht en de andere betrokkenen kunnen bijhouden wat goed werkt voor de ontwikkeling van je kind (en wat niet). Ook kan school een arrangement aanvragen voor jouw kind. Daarmee kan de afgesproken extra ondersteuning van buiten de school worden geregeld. Het arrangement wordt in principe betaald door het schoolbestuur, al dan niet in samenwerking met de gemeente of het samenwerkingsverband.
Passend onderwijs buiten school: extra voorziening op locatie
Soms blijkt na verloop van tijd dat jouw kind zich niet voldoende ontwikkelt op de basisschool, ondanks alle inspanningen. Uiteraard houdt de school jou als ouder hierover op de hoogte. Misschien is jouw kind meer gebaat bij kleinere groepen, meer structuur, meer aandacht, of een plek om tot rust te komen. Dan kan het zo zijn dat het nodig is om te zoeken naar een school voor speciaal onderwijs (SO) of speciaal basisonderwijs (SBO). Ook dit bespreek je tijdens het ondersteuningsteam (OT). Als ouder heb je hier een belangrijke stem in. Bij zo’n OT is ook altijd de gedragswetenschapper van het samenwerkingsverband aanwezig. Deze persoon is er vooral bij om mee te denken en te overleggen óf het SO of SBO de plek is waar je kind passende hulp en ondersteuning kan krijgen. Ook kunnen afspraken worden gemaakt over de mogelijke plaatsing van jouw kind op SO of SBO school.
Toelaatbaarheidsverklaring
Als alle betrokkenen het erover eens zijn dat een kind zich beter kan ontwikkelen binnen het speciaal (basis)onderwijs (SO of SBO), vraagt de huidige basisschool een toelaatbaarheidsverklaring aan (een TLV). Dat gebeurt via het beveiligde digitale Kindkans. De gedragswetenschapper van het samenwerkingsverband gaat met de informatie naar een toewijzingscommissie (TWC) van deskundigen die beslist over de vraag of een kind toelaatbaar is voor een speciale voorziening, zoals het SO of het SBO.
De TWC geeft de toelaatbaarheidsverklaring af. Dit is als het ware een toegangsbewijs voor een speciale voorziening. Jouw kind kan daarna naar een school die beter aansluit op zijn/haar onderwijsbehoeften en kan zijn/haar ontwikkeling daar voortzetten. In het OT wordt afgesproken of dit tijdelijk nodig is, of langer.
De onderwijsbehoeften van je kind blijven centraal staan. Ook als je kind eenmaal op het SO of SBO zit, evalueren jullie regelmatig of dit nog steeds de meest passende plek is. Deze vorm van ondersteuning heet ‘extra ondersteuning op voorziening’.
Meer weten?
De betrokken onderwijscoach of gedragswetenschapper kan je meer vertellen over de verschillende manieren van ondersteuning.